Blogs / Verder gaan I: Mensen en elkaar

Een wereld die abrupt verandert van fluïde en gejaagd naar stil, maakt ons bewust van de impact die de omgeving op ons heeft. Het verlangen naar elkaar neemt toe.


In maart 2020 knuffelden wij elkaar gedag op het vliegveld en we bespraken: 'Of ik zie je volgende week, of over een paar maanden'. Nu social distancing van ons gevraagd wordt zijn we dicht bij elkaar, maar is de afstand groot. Normaal weten we wanneer we elkaar weer zullen zien. 


Aan huis gekluisterd treed ik naar buiten en kijk over een leeg plein. Rechtsaf het bos, linksaf het strand aan het Wolderwijd. De parkeerplaatsen zijn vol, in de straat is niemand. De zon schijnt, handen diep in mijn zakken. Ik neem nog even geen stap. Opeens wordt mij duidelijk dat deze omgeving impact heeft op mij. 


Nu de wereld stilstaat krijgt stilte haar goede kans. In de razende maatschappij met relatieve veiligheid, economische groei en materiele rijkdom, is stilte een cel waar je uit wil breken. In een jarenlang proces bij de orde van de Karmelieten leerde ik stilte gebruiken voor spirituele ontwikkeling, zodat die andere werkelijkheid tot recht komt en mij richt.


Stilte is in eerste instantie een bron van onrust waarin angstige gejaagdheid mij kan meesleuren, weg van mijzelf. Wanneer stilte mij richt ben ik niet meer in de cel. Als stilte tot recht komt ontspan ik in niet een zware, maar een lichte geestelijke inspanning. Vervolgens komt mijn kunstvorm tot leven en wil ik in mijn zoektocht naar waarheid iets opschrijven. Het is de zoektocht naar mijn Waarachtige.


Met social distancing willen we een virus gecontroleerd vat op ons laten krijgen. Duizenden mensen zullen sterven, maar in die kritieke fase waarin iemand vecht voor het leven is hulp. Ik geloof in een wereld waar mensen zorg hebben voor de zwaksten. We hopen dat mensen de strijd winnen en iedere keer als onze hoop bevestigd wordt voelen we iets van geluk. Hoop doet leven. 


Social distancing schept ruimte om opnieuw naar elkaar te kijken. Opnieuw zie ik de mens waarvan ik hou. Op de liefde heb ik geen grip, die ontstaat vanzelf in de manier waarop ik de ander ‘omarm’. De afstand van nu geeft mij beter de ruimte om dat ‘omarmen’ opnieuw vorm te geven, waarbij ik haar ruimte in stand laat, zodat ze vrij is te worden wie ze bestemd is te zijn. Ik verlang naar haar in mijn buurt opdat ik mij geborgen voel, terwijl ik haar niet voor de voeten loop, ze haar eigen leven leidt en haar eigen weg gaat.


De liefde, we kunnen niet zonder. We kunnen nooit zeggen ‘ik heb de liefde gemaakt’. Liefde is niet van een mens. Terwijl de mens liefheeft kiest de liefde zelf, ook voor de mens die liefheeft. De liefde is er voor de mens en zijn maker. Zodra de liefde leeft, komt het goed.


 

Beoordeel dit blog