Blogs / Verkeer_d regelen

Regelmatig rijd ik over de Gelderseweg. Je weet wel, langs dat gemeentehuis waar de voordeur aan de verkeerde kant zit en wethouder Dijksterhuis over zijn schouder met een schuin oog de maximum snelheid van 15 kilometers per uur goed in de gaten houdt. Het is verdomd moeilijk om je daaraan te houden zeg. Laatst probeerde ik het nog, met kwakkende koppelingsplaten en rokende remmen, mijn auto sloeg bijna af.

We hebben een jong dorp, maar dat gemeentehuis is al van vroeger. Met de verwarming oud en versleten en een computernetwerk van diezelfde leeftijd. Dat “vroeger”  begint dus ook bij ons te komen. Vroeger, toen was de seks nog vies en waren de huizen nog van hout.

Bij het gemeentehuis staat zo’n houten gebouwtje met tussen een paar Chinese tekens de naam “Paal 11”. Geen idee waarom het ooit Paal 11 is genoemd. Ik vind het wel een leuk tentje tussen al die witte, zwarte en gele bakstenen daar. Door de bescheiden maat is er een doorkijkje vanaf bijvoorbeeld de Horsterweg of de Ravelijn richting het water. Met riet, masten van zeilboten, en in de verte het Wolderwijd en dat voelt goed.


Verkeer_d Regelen column Jan Hein

Paal 11 is een belangrijke uitzondering en als je het mij vraagt voorbestemd voor de Unesco Werelderfgoedlijst. Als relikwie-au-contraire. En ook om te bewerkstelligen dat het niet afgebroken wordt om op die plek nog een keertje zo’n uitzicht belemmerende depressief makende bakstenen bak van vier of vijf verdiepingen te planten.

In dit dorp zijn we allemaal wel een beetje een Vinex-Victim, zelfs wethouder Dijksterhuis. In gedachten zie ik hem deze column al schamperend lachend lezen en denken: “Nou Blommie als die overbemeten leasebak van jou niet zacht genoeg kan, dan pak je toch lekker de fiets! Dat is nog goed voor je ook!” Zoiets zou ie volgens mij wel kunnen denken. Gelukkig is ie mijn moeder niet. Brrr, de gedachte alleen al.

Gerben, goed nieuws! Ik heb namelijk een werkelijk razendsnelle racefiets en volgens mij geldt er voor de fietserij geen maximum snelheid. Dat ga ik dus eens lekker doen! Woensdag ofzo. Met een kilometertje of vijftig per uur over die in cement weggelegde straatstenen racen en die mochten toen wél een tonnetje of wat extra kosten.

Dat, in tegenstelling tot die ongeruste ouders met hun tientallen e-mails die binnen een paar uren binnenkwamen over de oversteekplaats voor de kinderen van de Toermalijn. Die nare schuld afschuivende gelijk willen hebbende onwil ging voor. Er kwam een aanbod met een “zoek-het-zelf-maar-uit-oplossing” waarin die ouders op kosten van de gemeente op een speciale cursus mochten, zodat ze naast hun twee banen om de hypotheek te kunnen betalen en het huishouden, ook nog vrij van aansprakelijkheid leuk klaar-overtje kunnen spelen.

En als er nu nog een ongeluk gebeurt, op wiens bordje ligt het dan? Op die van de gemeente of van de ouders? Of misschien toch op het bordje van de kinderen?

Bij vertrouwen in elkaar horen ook dingen als bereidwilligheid en welwillendheid. Dat spelletje van toen vond ik beledigend en niet serieus.

Beoordeel dit blog